De motivatie achter burgerparticipatie
Burgerparticipatie staat ook in Den Haag op de agenda. Is het een modeverschijnsel of iets waar we in de toekomst echt wat mee kunnen? Robin Valkeman deed er onderzoek naar. “Ik zou het mooi vinden als mijn onderzoek een soort van kickstart heeft gekregen.”
Robin is net afgestudeerd aan de Universiteit van Twente op gezondheidspsychologie. Als eindstuk van zijn master heeft hij zijn scriptie geschreven bij de GHOR, de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio, bij de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Deze heeft in 2007 samen met de ambulancedienst in de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland onderzoek gedaan naar hoe er een hogere dekkingsgraad gecreëerd kon worden buiten de ambulance om. Hieruit is HartveiligWonen destijds ontstaan.
Jimmy Korswagen is beleidsmedewerker bij de GHOR (werkt inmiddels voor de 112-meldkamer) en begeleidde Robin bij zijn scriptie. Hij heeft een achtergrond in Veiligheidskunde en Management & Innovatie, vooral dat laatste was passend bij het onderzoek van Robin. Robin deed namelijk onderzoek naar de motivatie van mensen om wel of niet deel te nemen aan HartveiligWonen om hier mogelijk in de toekomst vaker op terug te vallen bij andere rampen of crises.
Burgerparticipatie een modeverschijnsel?
Jimmy: “Burgerparticipatie lijkt een modeverschijnsel. De politiek roept dat mensen en bedrijven het zelf maar moeten zien op te lossen. Dat klinkt mooi en is in theorie een goed uitgangspunt, maar vanuit de GHOR wilden we graag onderzoeken of we praktische invulling kunnen geven aan burgerparticipatie en of het een meerwaarde oplevert.”
Vragen die in het onderzoek naar voren kwamen waren: hoe zou je ‘de principes’ van HartveiligWonen op andere manieren kunnen toepassen? Zit zo’n burger daar wel op te wachten en wat zijn eigenlijk de motivaties van vrijwilligers om zich wel – of juist niet – voor een project als HartveiligWonen aan te melden?
Een van de redenen om je niet aan te melden voor HartveiligWonen was bijvoorbeeld angst. “In het onderzoek gaven mensen aan dat ze bang zijn dat ze niet goed genoeg kunnen reanimeren of dat ze iemand moeten reanimeren die ze kennen”, zegt Robin. “In het onderzoek heb ik ook onderscheid gemaakt tussen rurale en stedelijke gebieden. De verwachting was dat, vanwege ‘noaberschap’, er in de rurale gebieden meer mensen bereid zouden zijn om deel te nemen aan HartveiligWonen. Uiteindelijk bleek er geen verschil te zijn tussen rurale en stedelijke gebieden”, gaat hij verder.
Je ziet hoe blij mensen ermee zijn als iemands leven wordt gered
Robin was voor het onderzoek nog niet bekend met HartveiligWonen: “eerlijk gezegd kende ik het nog niet. Ik ben dus eerst het onderzoek ingestapt met de insteek om te onderzoeken waarom mensen een reanimatiecursus volgen. Zo kwam ik bij HartveiligWonen. Op die manier kwam ik ook veel verhalen te weten.”
Zo hoorde hij dat iemand uit zijn dorp door HartveiligWonen gered was, doordat mensen ter plekke konden reanimeren en een AED konden toepassen. “Op die manier krijg je er wel steeds meer affiniteit mee en zie je hoe belangrijk het is”, zegt Robin. “Je ziet dan hoe blij mensen ermee zijn dat iemands leven wordt gered en hoe de betrokkenheid dan is. Op die manier merkte ik wel dat HartveiligWonen iets moois is en heel belangrijk is.“